PROF. DR. JOOP HARTOG



En campagne

Om 7 uur sta ik op, om 7.20 loop ik frisgewassen buiten. Ik loop direct langs de kastanjebruine  Limousine koeien in het weitje naast ons. Van achteren worden ze beschenen door de zon die over de heuvelrand klautert als een kind dat nieuwsgierig over de schutting klimt. De aristocratische rossige bontjassen worden afgezet met goud oplichtende biezen. Nieuwsgierig draait de hele meute de kop mee met mijn wandelrichting, hun mimiek is bevroren als die van Buster Keaton, hun bolle ogen verraden niets.

Ik loop het dal in, de scherpe zon tegemoet. De verspreide bosschages leggen lange schaduwen op de weilandjes, de lucht is nog koel. De lichte slinger in de weg beweegt elegant mee met de glooiingen van de heuvels. Wind is er niet. Doodstil staan de hoge pluimige grassen. De bovenlaag van ranke transparante aren, bruinig en blank, volgt geduldig de golvende contouren van het landschap, als jeugdig dons op bovenlip of Venusheuvel.

Onderin het dal kijk ik omhoog over het glanzende gras, oplichtend in het helle tegenlicht van de zon, die hier en daar een druppel dauw doet parelen. Aan de andere kant van de weg kijk ik op de hoge wal een koe in haar kont, met het wat gênante gevoel dat ik een dame betrap die nietsvermoedend voorover staat gebogen.

Ik loop tot aan het kerkhof op de heuvel, en draai me om. De intense stilte is weldadig, ik word alleen omringd door een overvloed aan jubelende zangvogels. Ik ben geneigd mijn schoenen uit te doen, om niet gestoord te worden door mijn eigen geklepper.

Ik wandel terug en ervaar het landschap nu vanuit het omgekeerde perspectief. Opnieuw onderga ik de onschuld van de morgen. Alles ligt nog open, niets is nog fout gegaan. Vol verwachting ligt het landschap klaar, als een schaal met bonbons die allemaal nog geproefd kunnen worden.

Sarrazanas, Dordogne, mei 2015.